Meer bomen en gevelbeplanting!
‘We moeten volledig inzetten op groen, groen en nog eens groen. Bomen, parken, daktuinen, gevelbegroeiing, heggen. Zolang het maar groen is’, zei deltacommissaris Wim Kuijken in de Volkskrant
We zijn er het algemeen over eens dat meer groen bijdraagt aan onze gezondheid. Een groene omgeving is een prettige omgeving. Onze dorpen en steden zijn versteend.
Strategisch neergezette bomen en gevelbeplanting kunnen ook functioneren als zonwering en zo de opwarming en dus de koelbehoefte in een gebouw beperken. Bijkomend positief effect is dat bladverliezende planten de zomerse zon buitenhouden en de winterzon wel het gebouw binnenlaten. Niet bladverliezende gevelbeplanting kan in de winter transmissieverliezen beperken doordat er een extra isolerende luchtlaag gevormd wordt en de warmte-uitstraling van de gevel wordt beperkt.
Groene gevels zorgen ervoor dat gevels minder opwarmen en ook minder warmte verliezen. De planten zorgen tevens voor verdamping wat eveneens bijdraagt aan een koeler stadsklimaat.
Gevelbegroeiing staat in de belangstelling. Al eeuwen worden bepaalde klimmers zoals blauwe regen, wilde wingerd en andere gebruikt om gevels te verfraaien. In Duitsland wordt gevelbeplanting zelfs ‘Architektentrost’ genoemd omdat menig mislukt ontwerp door gevelbeplanting aan het zicht onttrokken wordt. Recent wordt in de grote steden gevelbeplanting toegepast om veel meer te bewerkstelligen, zoals fijnstof binden en een bijdrage leveren aan het koelen van de stad. Voordeel van gevelbeplanting is dat ze vrij weinig ruimtebeslag legt op het intensief gebruikte stedelijke maaiveld en toch veel vierkante meters verticaal groen realiseert.
Hierbij moet niet vergeten worden dat een gevelplant die in de loop der jaren een gebouw van vijf verdiepingen kan bedekken ook voldoende ruimte voor haar wortels moet hebben om gezond te blijven. Er is dus niet veel ruimte op het maaiveld nodig maar wel wat ruimte onder het maaiveld.
Nu het nut met betrekking tot fijnstofbinding en het verlagen van de stedelijke temperaturen duidelijk is blijken ook de bezwaren met betrekking tot vocht, gebouwbeschadigingen en overlast van ongedierte meer op de achtergrond te raken. Niet-bladverliezende planten beschermen een gebouw juist tegen slagregens en houden de muren van gebouwen droog. Het is wel zo dat gebouwen die last hebben van optrekkend vocht door een al aanwezige gebouwschade wel last kunnen hebben van gevelbeplanting omdat de beplanting de verdamping van het vocht belemmert.
Groen verlaagt de temperatuur in de stad; oppervlaktes met planten warmen minder snel op en houden minder warmte vast. Waterdamp vanuit planten koelt de lucht. Bovendien hebben groene daken een koude- en warmte-isolerende werking. Dit zorgt voor een beter binnenklimaat en de besparing op verwarming of airconditioning heeft een positieve effect op de stedelijke CO2 uitstoot. Zoals planten dat zelf ook al hebben, aangezien ze CO2 binden.